Een zeer goede luchtdichtheid
Isoleren is een perfecte manier om warmteverliezen te beperken. Maar ook luchtdichtheid is van cruciaal belang. Wind, temperatuurverschillen en mechanische ventilatie veroorzaken immers verschillen in luchtdruk tussen binnen en buiten, waardoor veel warmte via kieren en spleten buiten kan geraken. Enkel in een goed geïsoleerde én een goed luchtdichte constructie kunnen ongecontroleerde luchtstromen – zeg maar tocht – worden vermeden, wat een positief effect heeft op het comfortgevoel én op de prestaties van de bouwschil.
Het is ook enkel bij een zeer goede luchtdichtheid dat een ventilatiesysteem optimaal kan functioneren. Het debiet, de plaats, het moment en de richting van die luchtuitwisselingen worden namelijk bepaald door verschillen in luchtdruk tussen binnen en buiten. Een goede isolatie, ventilatie en luchtdichtheid gaan dus hand in hand.
Een goed uitgevoerde luchtdichting kan bouwschade tengevolge van geaccumuleerde condensatie in de muurconstructie tegenhouden, en ook het risico op schimmelvorming voorkomen.
Verder beschermt een goede luchtdichting tegen geluidsoverlast en de indringing van geuren en vervuilende stoffen.
Om deze redenen introduceerde de Vlaamse overheid begin 2018 het S-peil of schilpeil. Dat vervangt het K-peil en de netto-energiebehoefte en geldt voor alle nieuwe wooneenheden met bouwaanvraag vanaf 1 januari 2018. Het K-peil geeft enkel de isolatiekwaliteit van een gebouwschil weer, maar niet hoeveel energie een gebouw nodig heeft om te verwarmen of te koelen. Om de normen van het S-peil te halen, is ook een goede luchtdichtheid tijdens de ontwerp- en uitvoerfase een belangrijke voorwaarde.
Wat is vereist?
In Vlaanderen mag het S-peil bij nieuwbouw niet hoger liggen dan S31.
Hoe aan de eisen voldoen?
Het basisprincipe van luchtdicht bouwen is dat het beschermde volume wordt omhuld door één doorlopende luchtdichte laag die nergens wordt onderbroken. De luchtdichte laag bevindt zich, bij voorkeur, aan de warme zijde van de isolatielaag.
Luchtdicht bouwen gebeurt op drie niveaus:
- de buitenmuren: de muren moeten aan de binnenzijde (voldoende dik – min.6 mm) worden bepleisterd, eventueel in combinatie met een buitenbepleistering. Doorboringen van deze luchtdichte laag leiden tot luchtlekken. Leidingen en stopcontacten moeten daarom zoveel mogelijk in de binnenwanden worden geplaatst.
- het dak. Is daar een luchtscherm aangebracht dat luchtdicht aansluit op de zijmuren, vloerplaat, dakdoorgangen?
- de aansluitingen van deuren, vensters en het dak aan de buitenmuren. Zijn de voegen tussen de ramen en ruwbouw duurzaam luchtdicht?