3. Ramen hebben een grote impact op het E-peil
Zonne-energie is aangenaam in de lente, herfst en winter, maar in de zomer kan het in huis warm worden. Een aircosysteem is niet de beste oplossing: het verbruikt al snel 1.000 watt of meer. Bij de productie van elektriciteit komt er bovendien een aanzienlijke uitstoot van CO2 vrij, de grootste schuldige van de opwarming van de aarde. Om een broeikaseffect te voorkomen én in de winter een maximum aan zonlicht binnen te halen, moet grondig worden nagedacht over de oriëntatie, de afmetingen en de plaatsing van de ramen, alsook over de zonnetoetredingsfactor van het glas. Ramen en beglazing hebben immers een grote invloed op het E-peil van een woning.
De oververhittingsindicator van een woning moet onder 6.500 Kh blijven. Kh staat voor het aantal graaduren dat de temperatuur in een woning boven de 23 °C stijgt. Als die indicator groter wordt dan een drempelwaarde van 1.000 Kh, is er mogelijk kans op oververhitting, en wordt een fictieve koeling in rekening gebracht, wat het E-peil doet stijgen. Met zonwerend glas op de zuidzijde, daalt de oververhittingsindicator, waardoor ook het aandeel fictieve koeling vermindert of zelfs verdwijnt. Hierdoor zakt het E-peil.
Hoeveel punten het E-peil precies zakt, hangt af van woning tot woning. Een woning met veel glas op een niet beschaduwde, zuidgerichte gevel zal op zonnige zomerdagen een groot oververhittingsrisico hebben. Hier zonwerend glas plaatsen zal op het E-peil veel meer impact hebben dan bij een woning met veel glas op een deels beschaduwde westgevel.
Voor ramen die naar het zuiden zijn gericht, zeker als het om grote glaspartijen gaat, is zonwerende beglazing een must. Zonwerend glas ziet eruit als gewoon dubbel glas, maar het heeft op een spouwzijde van het buitenglasblad een onzichtbaar laagje dat twee keer zoveel zonnewarmte tegenhoudt als gewoon dubbel glas. Gewoon dubbel glas laat 's zomers tot 75% van alle warmte door. Zonwerende beglazing laat van alle zonnewarmte die erop valt, maar 38% door.
Terug